De ZEVEN GOUDEN REGELS voor RC-Cars
Regel 1)
Safety first! Houd altijd brandstof weg bij kinderen en dieren. En onthoud dat de nitro motor en uitlaat erg heet kunnen worden tijdens het gebruik, en lang heet blijven!
Regel 2)
Als de motor niet start en geen teken van leven geeft én je weet dat er niets aan de carburateur instelling is veranderd; controleer dan of de gloeiplugsteker nog geladen is en goed werkt. Een (bijna) lege gloeiplugsteker is vaak de oorzaak van startproblemen.
Regel 3)
Als de motor makkelijk start maar dan uitslaat, of als hij helemaal niet start, controleer dan de gloeiplug. Als de gloeiplug niet helder oranje opgloeit in de gloeiplugsteker, vervang hem dan door een nieuwe.
Regel 4)
Probeer geen KOUDE motor af te stellen; om een goede afstelling te vinden moet de motor eerst goed opgewarmd zijn!
Regel 5)
Controleer altijd de zender, ontvanger en werking van de servo’s VOOR het starten! Bij twijfel altijd eerst een nieuw/opgeladen ontvanger accupack en zender accu’s plaatsen!
Regel 6)
Berg brandstof op een koele en donkere plaats op. Zet geen kunststof brandstof containers op een betonnen vloer; deze kunnen gaan doorlekken
Regel 7)
Als de trekstarter blokkeert; draai de gloeiplug eruit, draai de auto ondersteboven en trek enkele malen aan de trekstarter; dit zal de overtollige brandstof uit de motor spoelen. Blaas de gloeiplug droog en monteer deze weer waarna de motor gestart kan worden.
De 10 Do’s en Don’ts van RC-auto’s:
Do: Gebruik altijd speciale brandstof welke ontwikkeld is voor RC-Auto’s.
Don’t: Gebruik geen normale benzine van het tankstation in nitro motoren!
Do: Gebruik alleen nieuwe batterijen in de zender (en eventueel de ontvanger batterijbox)
Don’t: Gebruik geen oude batterijen en meng ook geen oude en nieuwe batterijen in een set.
Do: Zet altijd eerst de zender aan.
Don’t: Zet nooit eerst de ontvanger van de auto aan!
Do: Berg brandstof altijd op in een koele donkere plaats met de dop stevig aangeschroefd. Doe altijd de dop erop.
Don’t: Zet brandstof nooit in de volle zon.
Do: Controleer of er niemand op de zelfde frequentie rijdt.
Don’t: Zet je zender niet eerder aan dan dat je weet dat jou frequentie vrij is.
Do: Rijdt altijd met je RC-auto op een veilige plaats.
Don’t: Rij niet in de buurt van mensen of ander verkeer.
Do: Gooi defecte Ni-MH/Ni-CD accu’s bij het chemisch afval.
Don’t: Gooi het niet bij de normale afval.
Do: Rij met de RC-Auto als het goed weer is.
Don’t: Rij niet in de regen.
Do: Houd de RC-Auto schoon en droog. Zorg dat er geen vuil en rommel op de auto achterblijft na het rijden.
Do: Zorg altijd voor een schoon, ingeolied en droog luchtfilter.
Don’t: Rij nooit zonder luchtfilter!
